zondag 17 februari 2008

Oefening doelwoorden ordening 1

Bij deze opdracht oefen je met de doelwoorden van dit blok. Alle doelwoorden komen aan bod!

Welk woord(en) pas(t)(sen) op de open puntjes? Vul aan:
1. De architect maakte een schets voor de aanbouw van ons huis.
2. Om een tekening van een architect goed te kunnen lezen heb je wel een legenda nodig. Een architect gebruikt in een tekening allerlei symbolen die niet iedereen kent.
3. Soms moet een architect voor zijn opdrachtgevers niet alleen een tekening maken, maar ook een model Dan willen mensen een goed beeld krijgen hoe het gebouw er uit gaat zien.
4. Als de plannen van de architect voor een gebouw of een woonwijk zijn goedgekeurd, kan het nog een hele tijd duren voordat geraamte van dat gebouw er ook is.
5. Beschrijf het patroon in de tekening hieronder van Escher.
Ik vind het wel knap dat mensen zulke tekeningen kunnen maken maar ik vind het wel mooi

.


6 Hieronder zie je een aantal woorden. Orden deze woorden thematisch.

Ananas – andijvie - appels – mandarijnen – Peren – peultjes – rabarber - witlof –
Fruit groen fruit fruit fruit groen groen groen
wortelen - zuurkool
goen groen
7 Verzin nog een ander ordeningsprincipe. Gebruik dit principe om de woorden opnieuw te ordenen: zie 6
8 Je kunt het menselijk brein op verschillende manieren prikkelen. Bijvoorbeeld door taal of door beelden. Bedenk minstens drie andere manieren om het brein te prikkelen. Kleuren gebruiken, Ritme, oefenen

9 Geef zelf een omschrijving van het woord ‘de structuur’. Maar let op: de volgende woorden zijn taboe. Je mag ze dus niet gebruiken in de omschrijving!
De regelmaat – de ordening – het patroon – het schema
Nauw bijvoorbeeld je ruimt iets op in je kamer je stopt alles netjes in een kastje je weet van alles waar het staat, dat is een stukje van structuur

10 Geef zelf een omschrijving van het woord ‘visueel’. Maar let op: de volgende woorden zijn taboe. Je mag ze dus niet gebruiken in de omschrijving!
Zien – kijken – ogen – plaatjes
Bijvoorbeeld met een kamera, film, kust en toneel, alles wat je kan aanschouwen is visueel.

11 Geef zelf een omschrijving van het woord ‘blokkeren’. Maar let op: de volgende woorden zijn taboe:
stoppen – onderbreken – remmen – tot stilstand brengen.
Met blokkeren bedoelen ze je kan er niet meer langs zoals een weg blokkeren met hekken of zo maar je kan e niet langs en dat is ook niet ded bedoeling.

12 Waarom zou het in een druk bevolkt land als Nederland belangrijk kunnen zijn om een minister van Ruimtelijke ordening te hebben? Dat hebben we nodig omdat anders alles maar een zootje word wand dan gaat iedereen maar in het niets bouwendus daaro mot de minister zorgen dat er dat het een Betje allemaal een Betje geordent woord bij de huizen bouw.

13 Welk woord past op de puntjes? Als je wat meer details weglaat, wordt het schema veel beknopter

14 Hier zie je een aantal woorden waarin het woord ‘schaal’ voorkomt. Geef een betekenisomschrijving van deze woorden.
- de schaalvergrotingje maakt de schaal groter dan wat op de tekening staad
- inschalen: het dier wat je op papier wilt zetten is veel te groot dus je moet hem op schaal gaan tekenen dus je moet hem eerst inschalen.
- op grote schaal: in en atlas staat altijd een schaal stok en daar kan je de schaal uit meten dus dat is dan de schaal.

Geen opmerkingen:

over melanchthon

Ik ben Miko.
Ik hou deze weblog bij voor een school opdracht.
dam moeten we hem later preznteren.