Opdracht 1 (klas): Tekst lezen

1. Lees de tekst met het stappenplan.
2. Schrijf twee moeilijke woorden uit de tekst op. Wat betekenen deze woorden?
Gebruik de woordhulp op het stappenplan.


Ik zag geen moeilijk worden ik begreep het verhaal wel goed.

Opdracht 2 (klas en samen): Oorzaak en gevolg

Uitleg

In een tekst kun je aangeven dat er iets gebeurt (gevolg) en waardoor dit gebeurt (oorzaak).

In een tekst staan vaak zinnen met een oorzaak en gevolg. Je kunt dat bijvoorbeeld zien aan de volgende woorden: doordat, door en daardoor.
We noemen dit signaalwoorden.

Voorbeeld:
Het heeft vannacht flink gesneeuwd. Daardoor zijn de wegen glad.
Oorzaak: Het heeft flink gesneeuwd.
Gevolg: De wegen zijn glad.
Aan het woord daardoor kun je zien dat het om een oorzaak en een gevolg gaat.


In deze opdracht gaan jullie op zoek naar signaalwoorden en naar zinnen met een oorzaak en een gevolg. Lees de zinnen en beantwoord de vragen.

1. Kijk in de inleiding van de tekst, onder de titel ‘Woestijnen en overstromingen: het klimaat verandert’. Daar staat de zin: Ze kunnen bijvoorbeeld ziek worden door hitte, smog of ondervoeding.

a) Signaalwoord: door

b) Oorzaak: door de hitte, smog of ondervoeding.

c) Gevolg: dat de mensen ziek worden


2. Kijk in het stukje tekst onder het kopje 'Woestijn'. Daar staat de zin: Doordat de temperatuur snel stijgt, zal de aarde warmer worden dan deze de afgelopen miljoen jaar is geweest.

a) Signaalwoord: doordat

b) Oorzaak: tempratuur snel stijgt

c) Gevolg: de aarde warmt op

3. Kijk in het stukje tekst onder het kopje 'Gevolgen voor mensen'. Daar staat de zin: Ten eerste valt er door de hogere temperatuur minder regen.

a) Signaalwoord: door

b) Oorzaak: door de hoge tempratuur

c) Gevolg: er valt minder regen

4. In het stukje staan ook de zinnen: Mensen die in die gebieden wonen, kunnen hun eigen eten niet meer verbouwen. Het risico op hongersnood wordt daardoor groot.

a) Signaalwoord: daardoor

b) Oorzaak: mensen kunnen niet hun ijge eten verbouwen

c) Gevolg: hongengersnood

5. Kijk nu in het stukje tekst onder het kopje 'Droogte in Nederland'. Daar staat de zin: Ook boswachters verwachten problemen, doordat de poelen waar de dieren uit drinken bijna droog staan.

a) Signaalwoord: daardoor

b) Oorzaak: verwacht een groot probleem

c) Gevolg: de poelen waar Ieren drinken staan droog

Opdracht 3 (samen): Een schema invullen


Stelling: In Nederland is het zo warm door de klimaatverandering.


Bewijzen vóór de stelling:
(Kijk in de hele tekst en kies twee dingen.)

1. Het klimaat is aan het veranderen: het wordt op de hele wereld veel warmer dan nu. Als de klimaatverandering niet stopt, dan wordt zeker 20% van alle dieren en planten met uitsterven bedreigd.


2. Ten tweede stijgt door de hitte de zeespiegel. De hitte laat het ijs op de Noordpool en de Zuidpool smelten doorom woord de zeespiegel steeds hoder.


Bewijzen tegen de stelling:
(Kijk in de laatste alinea: daar staat één bewijs tegen de stelling. Bedenk zelf nog een ander bewijs tegen de stelling.)

1. Anderen zeggen dat het wel vaker zo droog is in ons land en dat het toeval is dat het al zo vroeg in het jaar gebeurt


2. het is nog niet zo ver dat de arde verwarmd we hebben nog steeds genoeg regen

Conclusie
(Welke deskundigen hebben volgens jou gelijk? Schrijf op waarom je dat vindt. Kijk goed naar de bewijzen in het schema.)

Ik denk dat de beweizen voor de teling want ik merk zelf ook dat de aarden verwarmt


Opdracht 4 (alleen): Een tekening of collage maken
Hoe ziet de aarde er volgens jou over 50 jaar uit? Kijk in de tekst en bedenk hoe het dan zal zijn.
Laat in een tekening of collage zien hoe de aarde er volgens jou over 50 jaar uitziet. Maak de tekening op een apart blaadje. Als je een collage maakt, knip dan plaatjes uit tijdschriften en plak ze op een groot vel.